De eerste dagen
19 maart 2020 - Pine Valley, California, Verenigde Staten
Eindelijk ben ik aan het lopen! Het voelt extra goed om onderweg te zijn na alle beslommeringen en stress vooraf. Ik heb een beetje een lang verhaal ervan gemaakt dit keer, ik heb namelijk niks te doen (waarom staat aan het einde), en veel van jullie ook niet, dus ja.
Dinsdagochtend vertrok ik in alle vroegte met de bus naar het startpunt. Daar ontmoette ik de eerste andere PCT hikers, drie Denen en een Amerikaan. Eén van die Denen was echter erg druk. Hij praatte alleen maar over zijn fantastische spullen, maar had duidelijk nul ervaring hoe ze te gebruiken. Waarschijnlijk was hij gewoon nerveus, maar ik vond het nogal irritant, dus ik trok me een beetje terug.
Vanaf de bushalte was het 1,5 mile (2,5 km) lopen naar het startpunt: The Southern Terminus. Een paar meter van de muur tussen de VS en Mexico staan een paar houten palen die het begin van de PCT aangeven. Daar moest ik natuurlijk een fotootje bij hebben!
Tegelijk met mij waren daar zes anderen (groepsfoto als bewijs), en er waren die dag al een twintigtal mensen eerder vertrokken. Het is minder druk dan normaal, maar zeker niet uitgestorven op de trail. Er zijn ook nog opvallend veel Europeanen, veel net als ik net op tijd naar Amerika gevlogen. Door al het gedoe is niemand meer streng over de eigenlijke startdatum die op je vergunning staat.
Ik laat de anderen voor mij vertrekken want ik wil graag alleen genieten van de eerste stappen op de route. Als ik begin voel ik de grootsheid van deze onderneming tot me doordringen en moet ik een traantje wegpinken. Ik voel ook de onzekerheid. Is het wel een goede keus om te beginnen nu er elke dag nieuwe maatregelen zijn rondom corona? Johan zei al: 'Ik hoop dat je het leuk vindt want je zit er nog wel een tijdje vast misschien'.
Al snel voelt het in ieder geval heel fijn om op weg te zijn. De stress van de afgelopen dagen verlies ik een beetje door de natuur om me heen en het lopen. Na een poosje kom ik Sam tegen, een aardige Amerikaan waar ik heel gelijk mee loop, dus we lopen een poosje samen op. Later die dag kom ik twee keer Chris tegen, een Oostenrijker die heel optimistisch is en makkelijk praat. Eigenlijk is het nog best druk op de route, maar er zijn zoveel slingers in het pad dat je niet de hele tijd mensen ziet.
De route gaat al meteen behoorlijk op en neer wat mooie uitzichten geeft. Af en toe valt er een drupje, maar dan schijnt de zon weer en is het direct heel warm. Zo gebruik ik al mijn uitrusting tenminste!
Ik stop rond mile 11 (17 km), wat me een mooie eerste dag lijkt. Daar zijn een stuk of 12 tentplaatsen die aan het einde van de dag allemaal gevuld zijn. Bij mij in de buurt staan twee Canadese dames, Debby en Cathy, een Amerikaan Tallee, en een Duits meisje Noami. Tolee vertelt allerlei verhalen over hoe hij twee jaar op Antartica gewerkt heeft terwijl iedereen zijn eten klaar maakt. Ik hannes nog een beetje met mijn nieuwe tent maar uiteindelijk staat die, mooi opvallend geel tussen de rest.
Het koelt snel af en 's nachts is het bar koud, tegen het vriespunt aan. Mijn slaapzak houdt me goed warm maar ik moet wel op het matje blijven want de grond is heel koud. Best een uitdaging op een matje van 50 cm breed. In de nacht begint het ook te regenen.
Ik wordt vroeg wakker en aangezien het net even droog is pak ik gauw in en breek de tent af. Alle tentjes om me heen zijn nog in diepe rust, uitzonderlijk genoeg ben ik eens de eerste! Terug naar het pad, maar van welke kant kwam ik ook alweer? Dat is echt heel makkelijk om te vergeten, 's avonds als je aankomt dan ben je blij om de campsite gevonden te hebben en let je toch niet genoeg op... Gelukkig had iemand in alle wijsheid: 'To Hauser' met een pijl op het pad geschreven, daar moest ik heen.
Helaas is deze dag heel regenachtig, en in de kortste tijd is mijn broek behoorlijk doorweekt. De regenbroek had ik namelijk in al mijn wijsheid thuisgelaten, het eerste stuk is immers door de woestijn! Het natst wordt ik niet eens van de regen, maar van de bosjes waar je tussendoor loopt. Bij Hauser Creek (mi 15) houdt ik een korte pauze. Veel mensen hebben hier vannacht overnacht en sommigen zijn nog bezig met inpakken als ik kom. Hier ontmoet ik ook Glen, een Belgische jongen. Het is een beetje gek om opeens weer Nederlands te praten.
Hierna volgt een stevige klim het veelal uit, ongeveer 350 m omhoog. Veel mensen klagen erover, maar ik vind het zelf eigenlijk heel goed te doen. Heeft al dat traplopen toch geholpen!
Aan het begin van de middag kom ik Penny tegen, uit Engeland. Zij heeft het een beetje zwaar en is helemaal nat, inclusief rugzak. Gelukkig zijn we vlak bij Lake Morena campground (mi 20). Ik voel me zelf ook aardig miserabel tegen die tijd dus we hopen samen dat we daar terecht kunnen. Er staan al wat hikers te schuilen bij het toiletgebouw maar die zijn niet erg spraakzaam. Gelukkig ontmoeten we David, hij heeft een cabin gehuurd en heeft daar twee bedden over, of we die willen. Ja graag!
De cabin stelt niet veel voor hoor, een paar houten bedden waar je je matje en slaapzak op kunt leggen. Maar het is droog, er is verwarming en stroom, en ik heb zelfs bereik dus kan ook nog internetten. Eerst stallen we al onze spullen uit voor de verwarming, het hutje dampt van de warme natte spullen. Het is heel gezellig met zijn drieën en ik ben heel blij dat ik hier terecht kon, veel beter dan een natte tent. Het is ook nog heel goedkoop!
In de cabins naast ons zitten verschillende mensen die ik eerder al tegen kwam, de Canadese dames Chris en Tallee. Zij zeggen dat ze nog een nacht extra blijven omdat het weer slecht blijft (dit is die voorspelde storm). Penny en David besluiten snel om ook nog te blijven en boeken de cabin voor een tweede nacht. Ik twijfel nog een beetje, heb eigenlijk geen zin om meteen na twee dagen al een rustdag te nemen. Maar dan bedenk ik me dat ik tijd genoeg heb, dat wandelen in de regen niet zó leuk is, en dat we bovendien gaan stijgen de komende twee dagen, wat betekent dat het nog kouder wordt. Ik ga overstag en blijf ook nog een nacht.
Dus nu zit ik warm binnen terwijl het buiten hard regent. Ik heb met Johan gebeld en dit hele verhaal getikt, maar het is nog steeds pas 11 uur. Penny en David zijn druk bezig om hun tas lichter te maken, na de klim van gisteren hebben ze er veel voor over om minder gewicht mee te dragen. Slippers? Niet nodig. Paraplu? Nat wordt je toch wel. Grondzeil? Ach, de poncho kan wel multifunctioneel ingezet worden. Het is leuke entertainment voor mij. Ik voel zelf nog niet de neiging om dingen weg te gooien. Mijn rugzak is al lichter geworden omdat ik een deel van mijn eten heb opgegeten.
In de middag schijnt de zon even en verzamelen alle hikers zich voor de hutjes, netjes op 1,5 meter afstand van elkaar. Het is leuk om iedereen te leren kennen, waarschijnlijk zitten we nog even met elkaar opgescheept. Het gesprek gaat over de regen, de trail en natuurlijk over corona. Het laatste nieuws is dat alle campgrounds in de national parks gesloten zullen zijn. Afwachten wat er nog meer over ons heen komt.
Morgen wordt het beter weer, dan ben ik helemaal uitgerust om verder te gaan. Weer weg van alle gedoe rondom corona, dat lijkt me heerlijk!
Geniet van je tocht! Heel veel liefs😘